Ministerie: geen probleem met watervergunning vakantiepark Veessen

Door Nationale Recreatiegids / Ilias van Bruggen
5 min
Er is niets aan de hand met de door Rijkswaterstaat verstrekte watervergunning voor het her in te richten vakantiepark IJsselhoeve in Veessen. Dat heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gezegd. Dat is een reactie op de bezwaren van zo’n zeventig bewoners en de Natuurbeschermingswacht, die nu aangeven in beroep te gaan, meldt AD.

Het was toeval dat de omwonenden er in augustus van vorig jaar achter kwamen dat Rijkswaterstaat een vergunning verleende aan Waterschap Vallei en Veluwe en de gemeente Heerde. Een inwoner van Veessen noemt het “niet uit te leggen”.

Na zelf het heft in handen te nemen kregen de inwoners alsnog een kennisgeving van de vergunning en is een hoorzitting gepland. Daar werd de Natuurbeschermingswacht in eerste instantie niet toegelaten, maar na gang naar de rechter mochten afgevaardigden van de milieuclub ook naar de hoorzitting om hun bezwaren kenbaar te maken.

Dat hebben zij ook gedaan: voor de vergunning is de impact op het Natura-2000 gebied niet getoetst. Technisch gezien hoeft dat ook niet, aangezien het park net buiten het natuurgebied ligt. 

Nauwelijks effect

Het Ministerie verdedigt met een uitgebreide berekening dat de vergunning nauwelijks effect heeft op de doorstroming en de hoogwaterveiligheid.

Daar zijn de bewoners en de Natuurbeschermingswacht niet tevreden mee. “Het ministerie heeft veel tekst nodig om te stellen dat ze niet hoeven te toetsen op de gevolgen voor het natuurgebied”, aldus Geert Starre van de Natuurbeschermingswacht. Ook stelt Starre dat het Europees recht niet wordt toegepast.

Aangesproken

Volgens Starre staat het Europees recht aan de zijde van de bezwaarmakers. Zo is Nederland begin dit jaar al aangesproken op het niet volledig naleven van het ‘Verdrag van Aarhuys’. Hierin is opgenomen dat burgers van de Europese Unie altijd inzage moeten hebben in informatie en besluitvorming en naar de rechter kunnen stappen bij milieuzaken.

In de Nederlandse wet wordt niet duidelijk gemaakt waar – bij de administratieve of civiele rechtbank – men in beroep kan gaan. Starre zegt dat zij omtrent deze zaak wel in beroep gaan bij de rechter. 

Afbeelding ter illustratie