Stripcultuur Nederland loopt achter

Door Redactie Nationale Recreatiegids
6 min

GRONINGEN (Novum) - De Nederlandse stripcultuur loopt internationaal achter. Nederlandse uitgevers waren altijd sneller tevreden met vertalingen van buitenlands werk. Daarbij komt dat de concurrentiestrijd tussen stripuitgeverijen in bijvoorbeeld België veel feller was. Dat concludeert Rudi de Vries in zijn promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

De stripkunst was in Nederland voor de Tweede Wereldoorlog nog een 'bijproduct', weggemoffeld in een hoekje van de krant. Na de oorlog kwamen er meer stripbladen en -boeken, maar tegelijk werd de kunstvorm volgens De Vries 'actief geweerd'.

"In Nederland vaardigde het ministerie van Onderwijs zelfs een officieel decreet uit om het lezen van strips te ontmoedigen", schrijft de promovendus. "In Frankrijk ging men nog een stapje verder door Amerikaanse strips, zoals Prins Valiant en Tarzan, van de markt te halen."

Belgische stripmakers, zoals Hergé met zijn Kuifje, wisten met hun spannende maar brave verhalen juist een plekje in de cultuur te bemachtigen. Zo verschenen de avonturen van Kuifje aanvankelijk in een katholieke tijdschrift, en werden ze na korte tijd ook goed ontvangen in Frankrijk en Nederland.

"Er ontstond een felle concurrentiestrijd tussen de Belgische uitgeverijen en daardoor stimuleerden ze elkaars productie", betoogt De Vries. Niet alleen Hergé kreeg de kans om invloed uit te oefenen op de stripcultuur, ook de Belgische striptekenaars achter Lucky Luke, de Smurfen en Guust Flater hadden invloed op de ontwikkeling van de stripcultuur.

De grote Nederlandse striptekenaar Marten Toonder kreeg door zijn stijl juist al snel een aparte literaire status. Toch heeft de stripmarkt ook hier een groeispurt gekend. Die duurde tot tien jaar geleden, zegt De Vries. "Kinderen lezen minder strips dan vroeger en volwassen stripliefhebbers kiezen voor niches."

Van de grote uitgeverijen van strips is in Nederland alleen Sanoma overgebleven. Dat mediabedrijf geeft nog altijd het stripblad Donald Duck uit. In Frankrijk en België daarentegen horen strips bij het cultureel erfgoed en zijn ze een belangrijk exportproduct, zegt De Vries.

De Vries wijt het klein blijven van strips in Nederland onder meer aan de historische ontwikkelingen. "Ik vermoed dat onze calvinistische inslag er ook mee te maken heeft." De Vries promoveert volgende week donderdag op zijn onderzoek.