FBI is daders grootste kunstsroof op het spoor

Door Redactie Nationale Recreatiegids
3 min
(Novum/AP) - Precies drieëntwintig jaar na de baldadigste kunstroof in de geschiedenis, is de FBI de daders op het spoor. De Amerikaanse autoriteiten maakten maandag bekend een nieuwe poging te ondernemen om de schilderijen van onder anderen Rembrandt en Vermeer terug te vinden. De werken werden gestolen uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston.

 

Het belangrijkste doel van de hernieuwde zoektocht is het opsporen van de kunstwerken, zei openbaar aanklager Carmen Ortiz tijdens een nieuwsconferentie in Boston. Ondertussen sluit het net zich om de twee dieven, die zich op 18 maart 1990 voordeden als politieagenten en vervolgens dertien meesterwerken buitmaakten.

De FBI vermoedt dat de bandieten deel uitmaakten van een in de Verenigde Staten gevestigde criminele bende. De kunstwerken, die samen rond de half miljard dollar (zo'n 387 miljoen euro) waard zijn, zouden via Connecticut in de buurt van Philadelphia zijn terechtgekomen en daar tien jaar geleden te koop zijn aangeboden.

Wat er na de verkooppoging met de buit is gebeurd, weet de FBI niet, aldus FBI-agent Richard DesLauriers. Hij wilde niets zeggen over de identiteit van de dieven, omdat dit het onderzoek in gevaar zou kunnen brengen. Het is evenmin duidelijk of de daders gevangen zitten voor andere misdaden en of ze nog in leven zijn.

Het schilderij van Vermeer dat werd gestolen, Het Concert, geldt als het kostbaarste ontvreemde kunstwerk. Het doek Christus in de Storm op het Meer van Galilea van Rembrandt is het enige zeegezicht dat van de Hollandse meester bekend is. De autoriteiten hebben een beloning van vijf miljoen dollar uitgeloofd voor de terugkeer van de buit, die onder meer bestaat uit werken van Manet, Degas en Flinck.