Bladen uit negende-eeuws document ontdekt

Het boek maakt deel uit van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Nicholas Pickwoad, een expert op het gebied van boekbanden, constateerde dat de band die was gebruikt voor het inbinden van een werk van Johannes Calvijn was gemaakt van hergebruikt perkament uit een zeer oud manuscript.

Mediëviste Rosamond McKitterick constateerde dat het oorspronkelijke manuscript moest zijn gemaakt rond 860. Uit verder onderzoek van de Katholieke Universiteit Leuven, de UvA en radiologen van het Academisch Medisch Centrum Amsterdam bleek uiteindelijk dat het ging om een liturgisch manuscript van keizer Karel de Kale.

Net als zijn grootvader Karel de Grote stimuleerde Karel de Kale de productie van fraai versierde en geschreven handschriften. Uit die periode zijn volgens de universiteit weinig vergelijkbare manuscripten bewaard gebleven.