ABN AMRO: ‘Overheid raakt toerismesector met btw-verhoging en rekent zichzelf rijk’

Door Nationale Recreatiegids / Ilias van Bruggen
8 min
De coalitie is van plan om het btw-tarief voor overnachtingen in hotel en logiesverstrekkers vanaf 2026 van 9 naar 21 procent te verhogen. Hiermee hoopt de overheid extra belastinginkomsten te genereren. Helaas lijkt deze maatregel niet goed doordacht. De gevolgen kunnen verstrekkend zijn voor ondernemers binnen én buiten de hotellerie. Dit leidt ertoe dat die extra belastinginkomsten weleens aardig kunnen tegenvallen, meldt ABN AMRO. 

Volgens de Rijksoverheid leidt een verhoging van de btw met 12 procentpunt tot een verwachte belastingopbrengst van 1,2 miljard euro. Bij hotels en pensions zou de btw-verhoging leiden tot 910 miljoen extra inkomsten en bij overige logiesverstrekkers zou 302 miljoen euro kunnen worden opgehaald.

Daarbij is uitgegaan van een rapport van het CBS van de totale bedrijfsopbrengsten, inclusief de verkoop van goederen en diensten, voorraadmutaties en andere komsten. De bedrijfsopbrengsten van hotels bedroegen in 2022 ruim 6,8 miljard euro. Dat is een flink aandeel in de totale economie van het land.

Daarnaast kwam de Rijksoverheid met een berekening waarin naar voren komt dat de overnachtingen in hotels met 6,75 procent zullen dalen als hotels een kwart van de btw-verhoging zelf opvangen, met het doorberekenen van de kostenstijging in de prijzen.

Overschatting belastinginkomsten

Naast de schade voor de recreatiesector overschat het nieuwe kabinet volgens de bank mogelijk ook de inkomsten die het denkt te behalen. Zo gaat de Rijksoverheid er namelijk onterecht van uit dat de btw-verhoging neerslaat op het hele bedrag van 6,8 miljard euro bij hotels. Alleen bestaat bijna de helft van de hotelgasten uit zakelijke reizigers, waarvan de bedrijven de btw terug kunnen vorderen. Ook komt een derde van de totale omzet bij hotels uit eten en drinken, waar geen btw-verhoging voor geldt. En een derde van de totale omzet zou dan wél worden geraakt door de btw-verhoging.

Dat betekent dat de belastinginkomsten voor de Rijksoverheid niet op 900 miljoen euro ligt, maar op zo’n 300 miljoen. Dat bedrag is dus ver onder de verwachte opbrengst.

Meer tegenvallers

Ook gaat de overheid uit van de door hotels betaalde winstbelasting uit 2022. Maar door de btw-verhoging neemt de winst af en dus ook de winstbelasting. Dat betekent een tik van 147 miljoen euro voor de overheid, terwijl tegelijkertijd de bestedingsruimte voor hotels in bijvoorbeeld betere arbeidsvoorwaarden en verduurzaming verder afneemt.

Al helemaal schrijnend zijn de logiesaccommodaties in de grensprovincies. Die staan onder toenemende druk van concurrenten in de buurlanden, zoals Duitsland, België en Frankrijk. Die bieden aantrekkelijkere alternatieven voor zowel binnenlandse als buitenlandse toeristen.

Andere sectoren geraakt

Deze factoren zorgen ervoor dat ook de gemeenten en overheden inkomsten mislopen. Minder toeristen betekent minder toeristenbelasting. Dit voelen met name de grensprovincies Limburg, Gelderland, Drenthe, Overijssel, Brabant en Zeeland, waar ook relatief veel toeristen komen. De omzetdaling kan overigens ook op de lange termijn leiden tot een afname van de onroerendezaakbelasting.

Minder toeristen betekent ook dat andere sectoren, zoals toeleveranciers, restaurants, culturele instellingen, ambachtelijke winkels en openbaar vervoer de impact van de afname van vakanties zullen merken.

Al met al stelt de ABN AMRO daarom dat de geplande btw-verhoging voor logies meer schade aanricht dan dat het oplevert. “Het bedreigt niet alleen de toekomst van hotels en overige logiesverstrekkers, maar ook die van veel andere bedrijven en hun medewerkers, die afhankelijk zijn van een bloeiende toeristische sector. De economische kettingreactie die de maatregel veroorzaakt, kan dus een veel bredere impact hebben op de Nederlandse economie dan aanvankelijk gedacht.”