Neurowetenschap benadrukt de voordelen van wandelen

Door Redactie Nationale recreatiegids
3 min
Volgens sommige neurowetenschappers moeten we veel meer wandelen. De mens heeft historisch gezien altijd grote afstanden gewandeld. Wat kunnen wij in de éénentwintigste eeuw leren van de manier waarop onze voorouders omgingen met lopen? Dit meldt Welingelichte Kringen. 

Vastgeroeste levensstijl  

De mens is volledig vastgeroest achter zijn beeldschermen, zo betoogt een hoogleraar aan het Trinity College in Dublin. Doordat onze samenleving grootschalig is ingericht op de dienstsector komt de gemiddelde westerse mens niet aan meer dan twee kilometer lopen per dag. Onze levensstijl vergt de minst mogelijke fysieke inspanning.

Avontuurlijke paden 

Als je besluit om deze cirkel te doorbreken is het volgens de neurowetenschap het beste om een ruig terrein uit te kiezen. Een strakgetrokken betonpad loopt misschien een stuk comfortabeler maar vraagt een stuk minder hersenactiviteit van de wandelaar. Waar mogelijk, zoek een hobbelig paadje of doorkruis een weggestopt bospaadje. Zo denk je na over welke voetstappen je waar plaatst en ben je veel actiever bezig.

Meer hersenactiviteit 

Het is deze verhoogde hersenactiviteit waar de voordelen ontstaan. Als het lichaam in beweging is dan denken de hersenen mee over ruimtelijk inzicht, het creëren van nieuwe paden en een besef van de directe omgeving. Onderzoeken hebben aangetoond dat endorfine vrijkomt bij een stevige wandeling. De natuurlijke aanmaak van endorfine kan depressies tegengaan.

Door fanatiek te wandelen onderhoud je een scherp lichaam en een scherpe geest. Eigenlijk al je zintuigen blijven in uitstekende paraatheid.

Door: Nationale Recreatiegids