Campings kiezen steeds vaker voor chaletbouw, terwijl kamperen in de lift zit
Aan de vooravond van de zomervakantie waarschuwt branchevereniging Hiswa-Recron dat de traditionele kampeerplekken steeds meer verdwijnen. Dat is een fenomeen dat al een aantal jaren speelt. Vaak worden de kampeerplekken gebruikt om vakantiehuisjes of chalets op te bouwen. Daar kan namelijk flink meer geld mee worden verdiend. Terwijl de toeristen het ‘traditionele’ kamperen juist steeds meer herontdekken.
Vooral buitenlandse toeristen weten hun weg naar kampeerplekken in Nederland te vinden. In de zomer van 2013 sliepen er nog 1,8 miljoen mensen op Nederlandse campings, in het afgelopen jaar is dit aantal met de helft toegenomen naar 2,6 miljoen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Dalend aantal kampeerplekken
Ondanks een toename van het aantal kampeerovernachtingen in het land, wordt het steeds moeilijker om een plekje te vinden. Zelfs in het toeristische oord van Nederland, Zeeland, neemt het aantal kampeerplekken af. Campings kunnen vaak niet groeien, terwijl gasten wel steeds veeleisender worden.
Volgens de directeur van Hiswa-Recon, Geert Dijks, worden kampeerplaatsen groter omdat er ook steeds grotere campers op moeten passen. Ook stelt hij dat gasten meer voorzieningen willen hebben. Dat kunnen de campings in Zeeland nog goed opvangen, gezien het rendement daar hoog genoeg is. Maar Dijks zegt dat het in de rest van het land matig is om de tent rendabel te houden. Dan kun je volgens hem het beste huisjes en stacaravans verhuren.