Het water van de Waddenzee was nooit eerder zo warm in juni, met gevolgen voor schelpdieren

Door Nationale Recreatiegids
7 min
In de afgelopen zes zomers zaten er maar liefst vijf bij waarin veel kokkels in de Waddenzee het niet overleefden. Die sterfte trad steeds enkele weken op nadat er bovengemiddeld hoge watertemperaturen werden gemeten. “Ik houd dan ook mijn hart vast voor de schelpdieren, na de recordtemperaturen van halverwege juni”, zegt Katja Philippart, schelpdieronderzoeker aan het NIOZ en hoogleraar ‘Productiviteit van de mariene kustecosystemen’ aan de Universiteit Utrecht. Dit meldt het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ).

Al sinds 1861 meet het NIOZ de watertemperaturen in het waddengebied. Sinds 2001 gebeurt dat zelfs om de tien minuten. Daardoor kan een heel betrouwbaar daggemiddelde worden bepaald, ongeacht hoog- of laagwater. Nadat dit jaar een relatief warme winter en een aanvankelijk fris voorjaar kende, schoot de watertemperatuur in de Waddenzee halverwege juni ineens omhoog. Uiteindelijk werd juni de warmste Waddenzeewatermaand ooit gemeten in ruim 160 jaar. Daarnaast was er een recordtemperatuur voor de week van 19 juni. Toen was het zeewater meer dan 21 graden.

Slecht vooruitzicht

Tussen 2018 en 2023 was alleen 2020 een gemiddeld jaar voor de kokkels. Alle zomers trad met name in de tweede helft van augustus veel sterfte op. ‘Handkokkelaar’ André Seinen van het bedrijf Meromar uit Harlingen vindt de toestand er vrij dramatisch uitzien: “Kokkels die sterven kruipen uit de bodem naar de oppervlakte. Vervolgens zie je de inhoud van de schelpen ook dood ronddrijven, want anders dan bijvoorbeeld een mosseltje laat de kokkel los van zijn schelp wanneer die sterft. Alles wat overblijft zijn lege schelpen op de wadplaten.”

Geen reserves

Onlangs publiceerde Zhengquan Zhou, promovendus aan het NIOZ en de Universiteit Utrecht, de resultaten van experimenten met kokkels die hij in gevangenschap aan hoge temperaturen blootstelde. Daaruit kwam naar voren dat de schelpdieren pas vanaf vier weken na de experimentele verhoging van de temperatuur verhoogde sterfte lieten zien. Net als Philippart kan ook Seinen die resultaten wel begrijpen. “Een koudbloedig dier als de kokkel heeft bij hogere temperaturen meer voedsel nodig. De eerste weken kan zo’n die nog wel op de reserves teren, maar na verloop van tijd zijn die reserves op en sterft de kokkel.”

Watertemperatuur is niet hele verhaal

Philippart benadrukt wel dat de temperatuur niet de enige invloed is. “In warme en droge zomers gebeurt er ook van alles met de aanvoer van zoetwater vanaf het IJsselmeer. De vele algen in dat water zijn ook voedsel voor schelpdieren. Wordt er minder gespuid naar de Waddenzee tijdens droogte, dan is dat een extra probleem voor schelpdieren als de kokkel, boven op de stress die zij moeten verduren door de hitte. Ook staan de wadplaten langer droog bij oostenwind. Dan hebben de kokkels minder tijd om te eten.”

Nauwlettend in de gaten houden

Zowel Seinen als Philippart houden de situatie de komende tijd nauw in de gaten, na de recordtemperaturen van juni. “Sowieso staan alle professionals op scherp door de hoge temperaturen die nu over de hele wereld worden gemeten in de zeeën en oceanen”, zegt Philippart. “We zien op dit moment de concrete gevolgen van het veranderende klimaat zich voor onze ogen afspelen.”