Nederlanders zijn minder gaan wandelen en fietsen in hun vrije tijd

Door Nationale Recreatiegids
5 min
Jongeren, jongvolwassenen, mensen met betaald werk en hoger opgeleiden bewegen steeds minder. In 2022 bewoog ruim 44 procent nog voldoende. Dat is minder dan in 2019, blijkt uit onderzoek van het RIVM. Toen was dit percentage nog bijna 50 procent. Alle bovengenoemde groepen zijn minder gaat fietsen in hun vrije tijd. Vooral jongeren zijn minder gaan wandelen in hun vrije tijd, meldt het RIVM.

Steeds minder mensen voldoen hiermee aan de Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad. Bij jongvolwassenen was de daling het sterkst: 9,2 procent. Ook jongeren tussen de 12 en 17 jaar zijn minder gaan bewegen. Dat percentage nam af met 7,5 procent. Bijna 6,5 procent van de mensen met betaald werk zijn minder gaan bewegen en voor de hoger opgeleiden geldt een daling van 7,5 procent.

Elektrische fietsen

Ondanks dat jongeren meer zijn gaan sporten, voldoen zij toch steeds minder vaak aan de beweegrichtlijnen. Dat komt doordat zij veel minder fietsen. Zowel in hun vrije tijd fietsen zij minder (-51 minuten), ook in hun vrije tijd zitten zij minder vaak op hun stalen ros (-48 minuten). Opvallend is dat jongeren wel hetzelfde aantal dagen per week op de fiets naar school gaan. Een verklaring hiervan kan het gebruik van elektrische fietsen zijn. Die gaan vaak sneller dan een normale fiets, waardoor je ook eerder op je bestemming aankomt. Dat zorgt dan weer voor minder minuten fietsen per week. Daarnaast worden deze fietsen ondersteund door een elektrische motor, waardoor fietsers zich minder in hoeven te spannen.

Zitten

Niet alleen fietsen jongeren dus minder, zij zitten ook veel. Dat is voor het RIVM een zorgelijke ontwikkeling. Veel zitten gaat gepaard met een hoger risico op allerlei aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en eerdere sterfte. Dat verband is nog sterker als mensen ook minder bewegen.

Beweegrichtlijnen

Om te voldoen aan de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad moet een volwassene elke week 2,5 uur matig of zwaar bewegen, zoals wandelen en fietsen. Kinderen moeten minstens een uur per dag bewegen. Daarnaast moeten volwassenen minimaal twee keer in de week ‘spier- en botversterkende’ activiteiten doen. Denk bij spierversterkende activiteiten aan krachttraining, hardlopen, voetbal of andere activiteiten die ‘kracht, (uithoudings)vermogen en de omvang van spieren verbeteren’. Onder botversterkende activiteiten verstaat de Gezondheidsraad activiteiten zoals rennen en springen, aerobics of hardlopen.