Stijgende olieprijzen: Met de auto, de trein of het vliegtuig?
Ter land, ter trein en in de lucht
Neem een vierkoppig gezin als uitgangspunt. Met een auto op vakantie naar Zuid-Frankrijk kost in totaal zo’n 380 euro voor een gezin. Daarbij zijn de onderhoudskosten van een auto buiten de berekening gebleven. De trein blijft de duurste optie. Een retourtje Amsterdam-Nice kost zo’n 350 euro per persoon, in totaal zo’n 1400 euro. Met het vliegtuig op en neer kost al snel rond de 1000 euro. De auto blijft dus verreweg het goedkoopste, mits men toegang heeft tot een verzekerde auto zonder motorproblemen.
Olieprijzen worden alleen direct doorberekend bij diesel of benzine voor personenvervoer. Brandstofprijzen voor vliegmaatschappijen worden berekend door middel van ‘hedging’. Luchtvaartmaatschappijen kopen grote hoeveelheden kerosine op een vast moment. Op de korte termijn zijn er daarom geen prijsstijgingen verwacht.
Eigen land
In Nederland lopen de vakantieboekingen nog steeds storm, ondanks de stijgende inflatieprijzen. Veel mensen beschouwen hun vakantie-uitgaven als een besliste noodzaak en hebben er veel geld voor over. Het is echter maar de vraag of de inflatie geldt voor de lange of de korte termijn. Mochten de prijzen aanhoudend blijven stijgen, zoals voorgaande trends laten zien, dan kan de vakantiebranche in de toekomst wellicht een daling zien in het aantal boekingen. Als de koopkrachtdaling niet geremd wordt zal deze het uitgavepatroon van de gemiddelde Nederlander ingrijpend veranderen.
Door: Nationale Recreatiegids