Zeeuwse vakantieparken scoren beter dan landelijk gemiddelde
Verouderde vakantieparken zijn een flinke zorg voor veel provincies. Ze staan er vervallen bij en worden vaak gebuikt voor illegale bewoning door mensen die geen ‘gewone’ woning kunnen vinden. Daarbij gaat het vaak om kwetsbare mensen. Ook ontwikkelen hier zich allerlei criminele activiteiten door het gebrek aan toezicht.
In Zeeland zijn naar schatting vijf van de 223 vakantieparken ‘niet-vitaal’. Ter vergelijking: in Brabant krijgen 68 van de 199 parken deze kwalificatie, in Drenthe 80 van de 400 en in Overijssel 85 van de 327.
Dat blijkt uit een brief die de minister van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer stuurde. Daarin is wel een kanttekening geplaats dat het om ‘grove schattingen’ gaat en elke provincie zijn eigen afweging moet maken of een vakantiepark ‘vitaal’ is of niet.
Hoge vraag toerisme
Het is geen verrassing voor Diana Korteweg-Maris van het Kenniscentrum Kusttoerisme. Zij stelt dat de toeristische vraag erg hoog is in Zeeland. Daarom is het voor uitbaters van de parken niet nodig om de woningen voor iets anders dan toerisme te gebruiken.
Om de omvang van het probleem in kaart te brengen heeft het kabinet de provincies gevraagd om te inventariseren hoeveel ‘ongezonde’ vakantieparken de provincies tellen en wat en vooruitzichten zijn. Er zijn meerdere ministeries betrokken bij de aanpak van de problematiek.