Waarom wachten in een pretpark minder vervelend is dan voor het stoplicht
Niet alleen automobilisten ergeren zich aan stoplichten die op rood staan. Volgens de Fietsersbond zijn verkeerslichten ook de grootste stoorzender bij fietsers. Om fietsen aantrekkelijker te maken zijn gemeentes en provincies druk bezig om mensen makkelijker door te laten fietsen, vertelt een woordvoerder van de Fietsersbond Ross Goorden.
Zo worden stoplichten vervangen voor rotondes en zitten er detectielussen op de weg die al op afstand een fietser zien aankomen. Ook zijn er inmiddels al veel stoplichten vervangen door slimme lichten. Er zijn inmiddels 650 aangesloten bij Schwung. Deze app zou ervoor moeten zorgen dat stoplichten al op afstand automatisch op groen komen te staan.
Klokjes
Goorden vertelt dat er tegenwoordig steeds vaker klokjes op de stoplichten staan. Daarmee weten fietsers wanneer het licht op groen gaat. De woordvoerder stelt dat hiermee wordt ingespeeld op een belangrijk gegeven: verwachtingsmanagement. “De grote boosdoener achter de frustratie die het stoplicht opwekt”, aldus Goorden.
Hersenwetenschapper Tonny Mulder is het hiermee eens. Volgens hem is het een primaire instelling van mensen. Zij worden geïrriteerd wanneer zij niet weten hoe lang zij moeten wachten, maar als zij dat wel weten dan is het wachten minder erg.
Onzekerheid
Mulder stelt dat het echt onder de huid gaat zitten. Het is vaker aangetoond dat wachten bij stoplichten, zonder dat je weet hoe lang het duurt, de grootste ergernis is. Mensen vinden het lastig om met onzekerheden om te gaan. Dat komt door een combinatie van een aantal gebieden in de prefrontale cortex. Dit gedeelde van de hersenen is betrokken bij cognitieve functies.
In dit gedeelte gaat een gebied over verwachtingen, vertelt Mulder. “Dat gebied vertelt je bijvoorbeeld dat je een half uur moet wachten en wil ook kunnen checken of die tijd klopt.”
Een voorbeeld is twee dezelfde snoepautomaten die naast elkaar staan en je besluit om in één daarvan een euro te gooien. Op het moment dat er dan niet uitkomt, zegt jouw brein om de volgende keer de andere automaat te proberen. Dat komt doordat die nu verwacht dat er niets uit de eerste automaat komt.
Volgens Mulder gebruiken pretparken eenzelfde strategie. Door aan te geven hoe lang bezoekers nog in de rij moeten staan, weten zij waar zij aan toe zijn. Dan gaan ze rustig een broodje eten tijdens het wachten. “Wanneer niet zeker is hoe lang het nog duurt, krijg je discussies als: kan ik nog even een ijsje halen of zijn we na een kwartier al aan de beurt?”