Amsterdamse gemeenteraad in debat over sluiting van Artis
De Partij voor de Dieren stelt voor om de dierentuin op termijn te sluiten. De partij heeft vooral een probleem met het houden van grote dieren in de dierentuin, zoals olifanten. Daarom diende de PvdD in februari een initiatiefvoorstel in bij de gemeenteraad om alle dieren uit Artis te halen.
Docent Animal Studies aan de Universiteit van Amsterdam, Maarten Reesink, is het deels eens met de stelling van de PvdD. Zeker voor grote dieren, waaronder olifanten, zijn kleine verblijven niet bevorderend voor natuurlijk gedrag. “Mijn inschatting is dat je die op termijn niet meer moet houden”, aldus Reesink.
Aan de andere kant stelt hij ook dat er dieren zijn die prima in een dierentuin kunnen verblijven, of daar juist zelfs een beter leven hebben dan in het wild. “Kleinere prooidieren hebben niet veel ruimte nodig en Artis is er geen gevaar van roofdieren.” Hij noemt als voorbeeld koraal; dat zit ook in het wild vast op één plek in het water.
Gedragsbioloog Claudia Vinke van de Universiteit Utrecht sluit zich daar bij aan. Het is goed mogelijk om een leefgebied voor kleine dieren na te bootsen in een dierentuin. Maar voor dieren die groter zijn, of veel lopen of migreren, is dat een stuk moeilijker. Als voorbeeld noemt Sophie Brasseur, onderzoeker bij Wageningen Marine Research, de zeehonden in Artis. Die zwemmen normaal gesproken lange afstanden en jagen veel. Dat gedrag kunnen zij niet vertonen in de dierentuin.
Van vermaak naar educatie
Ook nu gaan dierentuinen al wel mee met de tijd. Waar deze eerst volledig op het vermaak van de mens waren ingesteld, profileren zij zich steeds vaker met natuureducatie en de opvang en fokprogramma’s van bedreigde dieren. In Artis leven bijvoorbeeld vale gieren, die in het wild niet zouden kunnen overleven.
Die fokprogramma’s hebben daarentegen ook een keerzijde. De dieren moeten vaak verhuizen, wat veel stress oplevert bij de dieren. En olifanten zijn heel sociale dieren, die vriendschappen opbouwen en eronder lijden als zij moeten verhuizen. Dus denkt ook Vinke dat dit op termijn niet houdbaar is.
Het is echter ook geen optie om de dieren simpelweg vrij te laten in de natuur. Als deze geboren zijn in de dierentuin, zijn ze vaak gewend aan de omgeving. Als een dier constant door een dierverzorger wordt gevoerd, leert die niet om te jagen. In het wild zou die dan geen kans maken.
Raad voor Dierenaangelegenheden
Eind dit jaar komt de Raad voor Dierenaangelegenheden met een zienswijze over de toekomst van dierentuinen. Om informatie te verzamelen verspreidde de raad een enquête onder Nederlanders. Daaruit bleek dat bijna de helft van de Nederlanders vindt dat sommige diersoorten niet in de dierentuin thuishoren. Desondanks hoopt 62 procent dat dierentuinen in de toekomst blijven bestaan.
Vinke verwacht dat andere landen en gebieden snel zullen volgen na het debat in Amsterdam. “De vraag is wanneer en hoe we het gaan implementeren.”