"Buiten kijf staat dat wat de heer T. op 6 september 2023 trachtte te doen impact heeft gehad op mijzelf, mijn directe omgeving en mijn collega's, maar ook maatschappelijk gezien relevant is", begint de verklaring. "Het idee om een mediamaker te vermoorden om wat hij zegt of maakt, druist namelijk hard in tegen de democratische fundamenten als persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Dat geldt ook voor zijn schoolbrandfantasie en zijn gedachte aan het vermoorden van een hulpverlener."

T. staat woensdag in de rechtbank van Lelystad terecht voor poging tot moord op Hofman met een terroristisch oogmerk en voor het voorbereiden van een moord op een hulpverlener in Oss. "Het gaat vandaag in de rechtbank om verantwoordelijkheid, en wie die in deze dient te nemen", stelt Hofman in zijn verklaring. "Dat zijn wat mij betreft twee partijen: allereerst is dat de heer T. zelf, hij stond immers twee keer op de stoep bij BNNVARA."

Maatschappij

Maar wat Hofman betreft zijn ook anderen verantwoordelijk, namelijk degenen "die vatbare mensen als de heer T. beïnvloeden". "Dat zijn in dit geval, getuige zijn uitingen op sociale media en de stukken die ik las in zijn proces-verbaal, vooral conservatieve en hypermasculiene influencers, radicaal- en extreemrechtse politici en fundamentalistische islamitische predikers." Volgens Hofman "stuk voor stuk mannen die hun podium, invloed, gedachtegoed en heilig verklaarde boeken misbruiken om hun volgers homofobe, transfobe, racistische, seksistische en antidemocratische ideeën aan te smeren, en daarmee de samenleving grote schade berokkenen".

Hofman zegt zich te realiseren dat de rechtbank over die tweede groep nu niet zal oordelen en ziet dat als een verantwoordelijkheid van de maatschappij. Hij besluit zijn betoog met het bericht dat hij T. "goede zorg" toewenst, "in plaats van een harde straf". "Daar zijn we in mijn optiek allemaal beter mee af." Daarnaast vroeg hij T. om te overwegen zijn "van haat doordrenkte" gedachten in te ruilen voor iets warmers. "Mooie reactie", liet de verdachte in de rechtbank daarop weten. "Stof tot nadenken."