ROTTERDAM (Novum) - Het afstoten van museumstukken wordt als het aan de gemeente Rotterdam ligt, minder moeilijk. Musea die kunst van de gemeente in beheer hebben, zoals het Wereldmuseum, mogen delen van de collectie verkopen, als die niet ergens anders in de stad kunnen worden ondergebracht.

Dat schrijft het college van burgemeester en wethouders in een brief aan de gemeenteraad. Verkoop van de collectie wordt niet op voorhand uitgesloten, onder meer omdat het vreemd zou zijn dat een aankoop wel gefinancierd mag worden, maar volgens de regels geen geld mag opbrengen bij het afstoten ervan.

Het vrijer omgaan met de verkoop van museumstukken, moet de zelfredzaamheid van musea bevorderen. De kosten voor het behoud van de groeiende collecties moeten in balans worden gebracht, vindt de gemeente. Een 'verantwoord systeem van verzamelen en ontzamelen' moet daarvoor zorgen. "Verkoop van museale objecten buiten de gemeente, past in deze visie", schrijft het college.

"Ontzamelen maakt onlosmakelijk deel uit van verantwoord collectiebeleid. Wij gaan daar zorgvuldig mee om." Een belangrijke voorwaarde voor de gemeente is dat musea op inhoudelijke, en niet op financiële gronden, afstand doen van delen van hun collectie. Musea die willen ontzamelen, moeten vooraf toestemming vragen bij de gemeente. De opbrengst van de verkoop hoeft niet alleen te gaan naar verbetering van de collectie, zoals de landelijke leidraad voor het afstoten van museale objecten voorschrijft, maar kan ook worden gebruikt voor bijvoorbeeld conservering van de collectie.

De gemeentelijke collectie bestaat uit ongeveer een miljoen objecten. De versoepeling van de regels voor ontzameling geldt niet voor schenkingen of legaten, tenzij de betrokkenen expliciet toestemming hebben gegeven.

Een plan van het Wereldmuseum om een deel van de verzameling van de hand te doen leidde vorig jaar tot grote kritiek uit de museumsector. De verkoop van onder meer de Afrika-collectie zou zestig miljoen euro opleveren. Of dat plan nu door kan gaan is nog onduidelijk.