De katholieke Felter, lijsttrekker van de Republikeinse Moderne Partij (RMP), zei op 24 februari 2010 tegenover de Amsterdamse omroep AT5 dat 'de homofiel te dominant wordt'. Voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 zei hij bij een debat in De Rode Hoed dat er te veel homo's in het Amsterdamse bestuur zitten. "Hele homofiele groepen, zoals bij de politie, moeten gewoon weg", zei Felter, die homoseksualiteit een seksuele afwijking vindt die moet worden bestreden.

Het COC deed aangifte wegens discriminatie, waarna het OM tot vervolging overging. In eerste aanleg was de eis een boete van 750 euro. De rechter sprak Felter vrij. Het OM stelde hoger beroep in en eiste voor het hof een werkstraf van veertig uur en een voorwaardelijke celstraf van een week.

"De groep homoseksuelen wordt door hem als minderwaardig neergezet", was de motivatie van justitie. "Als burgers die niet volwaardig zijn. Deze uitingen van onverdraagzaamheid kunnen niet getolereerd worden. Discriminatie van groepen mensen, dient te worden bestraft. Het gaat hier om een zeer ernstig feit."

Het hof brengt echter in herinnering dat de uitlatingen zijn gedaan door een politicus. En het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens schrijft voor dat de vrijheid van meningsuiting voor een politicus zeer ruim is vergeleken met die van een niet-politicus. En de betreffende uitspraken vallen onder die vrijheid, aldus het hof.