Zestig miljoen voor kunst in Oost-Nederland
Het overgrote deel, zo'n 54 miljoen euro, gaat naar de zogeheten basisinfrastructuur. Dit zijn instellingen die volgens de Raad voor Cultuur van nationaal belang zijn, zoals toneelgroep Oostpool, Introdans, het Kröller Müller Museum en de Nationale Reisopera.
Daarnaast gaat een kleine vier miljoen euro uit het Fonds Podiumkunsten en het Fonds Cultuurparticipatie naar de twee provincies, die volgens Bussemaker een 'broedplaats voor jong en nieuw talent' zijn.
Vooral over de cultuureducatie in Oost-Nederland, waar dertigduizend euro voor is uitgetrokken, is de minister enthousiast. "De kiem wordt gelegd bij jonge mensen. Daar moet je het talent herkennen en erkennen. Daar moet je het de ruimte geven. Want zonder jong talent nu, straks geen wereldtop."