Naast de stukken van Marx staat nu ook een autobiografische kroniek van een Javaanse prins op de lijst met boeken, archiefstukken en andere documenten met een bijzondere betekenis voor de wereld gezet. Babad Diponegoro schreef waarschijnlijk de eerste autobiografie van de Javaanse literatuur. De prins speelde een hoofdrol in de Javaoorlog die Nederland van 1825 tot 1830 voerde in Nederlands-Indië.

De werken van Marx liggen al sinds de jaren dertig bij het IISG. De Javaanse tekst wordt bewaard in de nationale bibliotheek van Indonesië. Ook de officiële Nederlandse vertaling, die in het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden ligt, maakt deel uit van de stukken die de Unesco op de lijst zet.

Naast de toevoegingen met een Nederlands tintje werden nog 54 andere documenten uit de rest van de wereld opgenomen in het register. De Dagboeken van Anne Frank en de archieven van de VOC stonden al op de lijst.