Forse verliezen voor bevrijdingsfestivals in Groningen en Zwolle
Annemien Brugging, directeur van het festival in Zwolle, kijkt met gemengde gevoelens terug op de editie in Overijssel. "De sfeer was goed en er waren weinig calamiteiten, maar de periode met regen is wel te lang geweest." Hierdoor trok het festival minder bezoekers dan waar het op had gerekend, vertelt Brugging. "Bij een editie met goed weer hebben we tussen de 120.000 en 130.000 bezoekers, dit jaar waren het er ongeveer 80.000."
Op het exacte verlies heeft Brugging nog geen zicht, maar het is al wel duidelijk dat lang niet genoeg horecamuntjes zijn verkocht om het van tevoren gestelde doel te behalen. En dat is een probleem, legt Brugging uit. "Ons festival moet voor 70 procent gedekt worden met inkomsten uit de horeca."
Twee corona-edities
Ook het festival in Groningen heeft rode cijfers gedraaid, vertelt directeur Ebel Jan van Dijk. "Het was een mooie dag met een geslaagd evenement, maar ook is opnieuw de kwetsbaarheid van de bevrijdingsfestivals aangetoond." Waar er rekening was gehouden met 60.000 tot 80.000 bezoekers, moest Van Dijk het uiteindelijk stellen met een krappe 50.000. "Het gat in de begroting van dit jaar is groot, we zijn zo'n drie uur dicht geweest. Het is voor de omzet van onze horeca zeer problematisch dat veel bezoekers hierdoor vermoedelijk thuis hebben gegeten."
De festivaldirecteuren van Zwolle en Groningen wijzen op de kwetsbare positie van de bevrijdingsfestivals. Brugging: "Er moet iets veranderen, we zijn nu te afhankelijk van het weer. We gaan snel met de organisaties van de veertien festivals en het Nationaal Comité 4 en 5 mei om de tafel zitten."
De directeur van het Groningse evenement wijst bovendien op het feit dat de bevrijdingsfestivals kampen met de financiële gevolgen van twee corona-edities, waarin er wel kosten waren maar geen bezoekers. Daar komt nog bij dat we de huidige prijsstijgingen niet kunnen doorberekenen in ons verdienmodel, vertelt Van Dijk. "De financiële verantwoordelijkheid zou niet enkel moeten liggen bij een stichting zonder winstoogmerk. Wij zouden graag zien dat gemeentes, provincies en de landelijke overheid hier een grotere rol in krijgen."
Door: ANP