Nederlandse popmuziek scoort goed in buitenland
Uit het onderzoek dat Buma Cultuur sinds 2004 jaarlijks laat uitvoeren, blijkt dat met 152 miljoen euro het grootste deel van de exportwaarde voortkomt uit optredens. De rechten brachten zo'n 38 miljoen euro op en opnamen waren goed voor bijna 8 miljoen. Voor het onderzoek zijn 1236 artiesten onderzocht, van wie er 837 actief waren in het buitenland. Er werden 10.746 optredens geregistreerd over de grens.
Het weer opengaan van de Chinese markt wordt in het onderzoek genoemd als voornaamste reden voor de stijging van de exportwaarde. Daarnaast worden Saudi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, Singapore, Chili en Colombia genoemd als groeimarkten. Ook blijkt dat de dance-industrie een steeds grotere impact heeft op de cijfers. Waar het aandeel van deze sector in 2009 nog 33 procent was, is dat inmiddels bijna 66 procent.
Recordjaar 2018
De totale exportwaarde blijft over 2023 nog wel achter op het topjaar 2018, toen de totale waarde ruim 216 miljoen betrof. Het jaar daarna daalde het licht naar ruim 214 miljoen, om in coronajaar 2020 in te storten tot zo'n 75 miljoen.
"Het was nog best spannend, gezien de naar binnen gerichte tendens, die in steeds meer landen te constateren valt. Met dat in het achterhoofd zijn deze getallen ronduit fantastisch", zegt Buma Cultuur-directeur Frank Helmink. Hij verwacht volgend jaar het recordjaar 2018 te overtreffen. "Als we de ontwikkelingen op langere termijn bekijken, vermoed ik - of beter: ga ik ervan uit - dat we in 2024 een recordwaarde tegemoet gaan. We zijn dus bijna terug waar we de boel tijdens corona achterlieten."
Doel
Helmink vindt het wel "zaak deze sector te blijven zien als niet alleen een culturele maar ook een economische". "Door te blijven investeren in exportondersteuning kunnen we één van de grootste muziekexporterende landen van de EU worden."