Op het landgoed van kasteel Duivenvoorde tref je veel dennenbomen aan in alle soorten en maten. Sommigen zien er beter uit dan anderen. Niet elke boom die terugkomt doet het even goed als de andere. Veel moeten toch wel echt een jaar bijkomen na een paar weken in een woonkamer te hebben gestaan.

Volgens de beheerder van het landgoed, Dick de Vlieger, vinden naaldbomen het namelijk niet prettig om in een warme omgeving te staan: “Die moeten er even aan wennen. Zet ze bijvoorbeeld eerst even in de garage.”

Het was de voorganger van Dick die begon met het idee om de kerstbomen te ‘verhuren’. Dick denkt dat het al zo’n dertig jaar gebeurt. Sommige mensen raken volgens hem gehecht aan de boom die zij in hun huis hadden staan. Dan brengen zij er iets in aan, zodat het makkelijker is om de boom terug te vinden. Hij vertelt dat er vorige week iemand was die voor de vijfde keer dezelfde boom kwam ophalen.

Niet iedereen brengt de boom terug. Sommige mensen vinden het ook fijn om de boom die zij hebben uitgekozen in hun eigen tuin te herplanten. Toch komen ze graag naar het landgoed. Mensen steunen die lever dan een bloemenwinkel of bouwmarkt.

Zelf graven

Een boom uit van het landgoed halen werkt zo: mensen mogen zelf door het landgoed wandelen tot zij een boom tegenkomen die zij willen hebben. Vervolgens kunnen zij dan zelf met een paar scheppen en een kruiwagen de boom uitgraven en meenemen.

Daarna wordt de prijs van de boom vastgesteld. De opbrengst gaat naar het beheer van het landgoed. Ook krijgen de mensen een aantal adviezen hoe zij de boom het beste kunnen onderhouden. Zo wordt aangeraden om de kluit van de boom vochtig te houden. Ook het laten wennen aan de temperatuur van binnen is volgens De Vlieger erg belangrijk.