Friesland heeft een plan om 38.000 hectare nieuwe natuur aan te leggen
Dit plan is opgenomen in het ontwerpstuk van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Daarbij schrijft de Rijksoverheid geen oppervlakte voor, maar wil met het plan de provincies helpen om zicht te krijgen op de omvang van de opgave.
Door klimaatverandering staan onder andere de leefbaarheid van het platteland en de kwaliteit van het milieu onder druk. Zo hebben we te maken met een overschot aan stikstof, bodemdaling en een te lage waterkwaliteit. Daarnaast wordt veel grond in het land zouter, wat ook een effect heeft op de biodiversiteit in de gebieden.
Boeren
In Friesland worden nieuwe natuurgebieden niet altijd vergeven aan natuurbeheerders. Via het programma ‘Natuer mei de Mienskip’ is het ook voor boeren mogelijk om mee te dingen.
Dit programma is in het leven geroepen om het Natuur Netwerk Nederland af te maken. Dit is het netwerk van nieuwe en bestaande natuurgebieden. Hier besteedt het Rijk jaarlijks ongeveer 100 miljoen euro aan uit.
De nieuwe natuur in Friesland gaat dus voornamelijk om ‘agrarische natuur’ en natuurgebieden. Naar verwachting gaat het de provincies in ieder geval grotendeels lukken om de plannen voor de natuurgebieden te halen.
De agrarische natuur ligt iets anders. Er is veel belangstelling bij agrarische natuurverenigingen voor het plan, maar nog niet voldoende om de 35.000 hectare te vullen.
Geldtekort
Gezien het landbouwakkoord is stukgelopen is er nu geen hapklare oplossing voor boeren om hun bedrijfsvoering aan te passen op het plan. Daarnaast vinden de provincies dat zij niet voldoende geld krijgen om de plannen uit te voeren.
Voor het NPLG is een budget beschikbaar gesteld van 24,3 miljoen euro. In totaal hebben de provincies voor hun plannen ruim 50 miljard euro nodig.
Daarnaast speelt de verkiezingsuitslag nu ook een rol in de toekomst van de plannen. De verhoudingen in de Tweede Kamer hebben echter minder invloed op stikstof. Daar kan juridisch niets mee worden gedaan tenzij wordt aangetoond dat er minder stikstof in de natuur terechtkomt.