'Koninklijke' en tóch echte Rembrandt keert terug naar paleis
Het schilderij is in het bezit van een particulier die het nu voor ruim twee maanden uitleent. Aanleiding is dat recente onderzoek naar de geschiedenis van het schilderij, uitgevoerd door de Nederlandse Rembrandt-specialist Gary Schwartz. Die dook in allerlei archieven, waaronder die van het Koninklijk Huis, maar ook in die van overheden en rechtbanken en die van de National Gallery of Art in Washington.
Door vererving belandde het kunstwerk in het Duitse Weimar, waar het uiteindelijk in het museum kwam. Daaruit werd het in 1921 gestolen. Na de Tweede Wereldoorlog dook het op in de Verenigde Staten. De Amerikaanse overheid stuurde het portret weer terug naar Weimar. Daar werd het vervolgens en met succes geclaimd door erfgroothertogin Elisabeth von Sachsen-Weimar-Eisenach.
Twijfels
In 1969 werd de echtheid van het werk in olieverf in twijfel getrokken door Duits-Nederlandse kunsthistoricus Horst Gerson en de link gelegd met Ferdinand Bol. Het gezaghebbende onderzoeksproject Rembrandt Research Project nam dit toen ook serieus. Maar nu maakt Schwartz in zijn boek 'Rembrandt met rode baret - De wilde avonturen van een bezadigd zelfportret' korte metten met alle verdenkingen. "Twijfels over het auteurschap van het schilderij werden in de hand gewerkt door de schade die het zelfportret heeft opgelopen na de diefstal uit Weimar. Onbekwame overschilderingen gaven een verkeerde indruk van de kwaliteit van het werk."
Nieuw technologisch onderzoek door het Schweizerisches Institut für Kunstwissenschaft in Zürich heeft wel uitgewezen dat alleen het gezicht zelf het werk is van de grote kunstenaar. Maar "wie dat gezicht bekijkt zal het moeilijk vinden iets anders te zien dan een zelfportret door de meester zelf", aldus Schwartz.
Door: ANP