In de Tilburgse Spoorzone is een attractie geland die zich niet zomaar laat omschrijven: Doloris’ Meta Maze. Een surrealistisch doolhof, dat door het Berlijnse kunstenaarscollectief Karmanoia werd geconstrueerd in een voormalig postkantoor. Het is de enige in zijn soort in de wereld, en sinds een maand geopend. Hoe is dit avontuur begonnen? Wat dreef een jonge ondernemer om een project van een Berlijnse groep kunstenaars naar Nederland te willen halen? En waarom specifiek naar Tilburg? De Nationale Recreatiegids dook in de wondere wereld van Doloris en interviewde Joep van Gorp, de drijvende kracht achter het project.
Ook Joep van Gorp (Roosendaal, 1992) zoekt nog wel eens naar de beste omschrijving van 'zijn' attractie, en dan is het fijn dat er nu al zoveel mensen zijn die er iets van vinden: “Mensen hebben het wel omschreven als een apenkooimuseum, of als een tripervaring zonder drugs. Het Brabants Dagblad omschreef het 'alsof Museum de Pont samen met Alice in Wonderland en Esscher een kind hebben gebaard'. Dat mensen het allemaal op zulke verschillende manieren ervaren, dat is wat voor mij telt.”
Voordat het interview plaatsvindt – een paar dagen later via de telefoon – ben ik zelf op een zondagmiddag al in de Tilburgse attractie geweest. Conclusie: ik snap alle beschrijvingen die eraan worden gegeven door mensen. Nog een conclusie, nadat ik er helemaal doorheen ben geweest: ik ga hier niet te veel over verklappen, mensen moeten dit erváren. Maar íéts oplichten van de sluier van Doloris, dat kan ik wel.
De entree van Doloris aan de Spoorlaan in Tilburg.
Droomwereld in een postkantoor
De attractie is gevestigd in een voormalig postkantoor; een non-descripte blokkendoos van spiegelend glas, op loopafstand van het Tilburgse hoofdstation. Via een paarse loper kom je binnen. Bij de entree zit de kaartverkoop, bedoeld voor waaghalzen zoals ik die op de bonnefooi komen; aangeraden wordt om via internet alvast een ticket met tijdslot te boeken. Daarnaast zitten hier op de begane grond een cadeauwinkel, en veel kluisjes. Want: Doloris betreed je zonder tas of andere ballast, maar vooral: zonder horloge en telefoon. Het is een vereiste om de attractie te mogen betreden. Bij de kaartverkoop vertellen ze me dat ik geluk heb: het is net even wat rustiger, ik mag meteen door. Dat betekent: met de lift naar de derde etage. Daar neem ik plaats in de hippe rooftopbar, en word ik al vrij vlot opgehaald door een jongen die gekleed gaat in een kimono-achtig pak. “Ben je er klaar voor?”, vraagt hij. Dat ben ik, ik volg hem, en krijg, wanneer we de bar uit zijn, van hem een blinddoek om. Hij begeleidt me naar de start van Doloris: daar gaat de blinddoek weer af, mijn reis kan beginnen.
Het voormalige postkantoor waar Doloris in is gevestigd. Links bovenin zijn de parasols van het dakterras zichtbaar, dat bij de rooftopbar van Doloris hoort.
Los van tijd en buitenwereld
Een reis zónder horloge en telefoon dus, ofwel: een trip zonder tijdsbesef en zonder verbonden te zijn met de buitenwereld – alleen dat is al reden genoeg om deze attractie binnen te stappen. Ook lekker: je hoeft binnen niks op te lossen of te presteren, en je mag zo lang blijven als je wilt. Dat komt goed uit, want er is veel te ontdekken, en vrijwel alle zintuigen worden geprikkeld; zien, horen, ruiken en ook zeker voelen; dit kunstwerk van Karmanoia is zeer tactiel. Alleen proeven doet niet mee – al weet je natuurlijk nooit of er iemand bij die muurvaste kwast in dat nisje niet toch even voor een likje verf is gegaan. Er is veel kruip-door-sluip-door, dan weer zijn er grote open ruimtes, en je gaat van licht naar pikkedonker; verrassend is het voortdurend. Bedoeling is dat bezoekers onderling niet met elkaar praten, iets waar mensen zich vrij goed aan houden, hoe verleidelijk het ook is om praatjes aan te knopen omdat je ervaringen wilt delen. Na vijf kwartier dolen sta ik weer buiten. Later begrijp ik dat Doloris ongeveer vierhonderd vierkante meter groot is, en veertig kamers telt, waarmee voor mij meteen duidelijk is dat ik nog lang niet alles heb gezien. Terug naar beneden deel ik de lift met 'mede-Doloris-genoten', onder wie een Franssprekend koppel: “La tête, la tête!” zegt de jongen tegen zijn vriendin. Ik weet waar hij op doelt.
Van Gorp zelf is sinds de opening al een aantal keer incognito de attractie binnengestapt: “Dan zie ik mensen verwonderd rondlopen, in stilte, maar ook mensen die ervoor kiezen om met iemand anders de ervaring samen te gaan beleven: die praten dan wat meer. Dat verschilt per bezoek.” Ook op de plek waar mensen Doloris weer uitkomen is Van Gorp regelmatig te vinden, om de eerste reacties van bezoekers op te vangen: “Mensen komen eruit en die zijn euforisch, bijna schreeuwend van: ‘wat was dit vet!', maar ook mensen die helemaal stil zijn. Ik heb zelfs mensen er huilend uit zien komen omdat ze het zo mooi vonden.”
Het begon in Berlijn
Het begon ooit met een bezoek aan het surrealistische doolhof Peristal Singum, een tijdelijke creatie van kunstenaarscollectief Karmanoia in de Berlijnse wijk Friedrichshain: “Ik werd daarmee naartoe genomen door vrienden die eigenlijk ook niet echt wisten waar we naartoe gingen, maar die wel hadden gehoord: dit is iets wat je niet mag missen. Dus wij zijn daar toen naartoe gegaan, en de ervaring die ik daar toen had was voor mij zo bijzonder, ik vond dat zo gaaf, dat het me sindsdien niet meer heeft losgelaten.” Dat was zes jaar geleden. In de tussentijd kwam Van Gorp er gaandeweg achter dat iedereen het wel “een heel vet idee vond” om zo'n surrealistisch doolhof ook in Nederland te realiseren, en dat stimuleerde om de plannen hiervoor concreet te gaan maken.
Van een paar honderd euro naar een miljoenenproject
Van Gorp is ondernemer in de culturele hoek: “Ik kom uit de muziek, ik heb vroeger ook wat dingen met theater en evenementen gedaan, en artiesten gemanaged. Ik ben voornamelijk iemand die graag dingen initieert, en onmogelijke projecten probeert waar te maken.” Het ondernemen zat er al vroeg in, mede dankzij het feit dat hij uit een ondernemersgezin komt – zijn ouders verkopen muziekinstrumenten – én dankzij de plek waar hij zijn jeugd doorbracht: “Ik ben in Roosendaal opgegroeid, en daar was niet zoveel. Dus als je daar iets wilde presteren, dan moest je echt zelf de hamer oppakken, en daarmee aan de slag gaan. Op m'n veertiende organiseerde ik m'n allereerste evenementje, dat kostte me toen iets van drie- of vierhonderd euro: dat vonden m’n ouders toen al heel spannend. Maar wat er nou gebeurt, is echt wel van een heel andere orde.”
De rooftopbar van Doloris: de plek waar iedere doolhoftrip begint en eindigt.
Want: Doloris is een miljoenenproject, en de financiering daarvoor rondkrijgen had aardig wat voeten in de aarde: “Dat heeft anderhalf jaar geduurd.” Uiteindelijk deden meerdere partijen mee: Brabant C (het investeringsfonds voor kunst- en cultuurprojecten in Noord-Brabant), het Leisure Ontwikkel Fonds (LOF) Noord-Brabant en de gemeente Tilburg: “De gemeente Tilburg en Brabant C hebben een subsidie gedaan, Brabant C heeft ook een stuk lening gedaan, en LOF droeg ook bij in de vorm van een lening. Het is natuurlijk een heel bijzonder project om te financieren omdat het heel duidelijk een cultureel project is, maar ook echt de potentie heeft om zichzelf duurzaam te exploiteren. En voor de stad is het gewoon een hele belangrijke trekpleister: Tilburg zag dat, en de provincie en Brabant C en LOF ook; daarom hebben zij het ondersteund.”
Met de kont in de boter
Voor het organiseren van de financiering hielp het dat Doloris niet alléén kunst was: “Een kunstproject gefinancierd krijgen is vaak lastig: de kosten zijn doorgaans hoog en het draagvlak relatief laag. Maar Doloris zit precies in de hoek van het soort cross-overprojecten waar volgens marktonderzoeken naar vrije tijd behoefte aan is: we zitten echt in een belevingseconomie nu, dus mensen willen beléven, en dat is waar Doloris in voorziet: het is eigenlijk één groot kunstobject waar mensen fysiek doorheen bewegen, en waarbij ze mentaal geprikkeld worden. Het draait dus sterk om de ervaring en de beleving, en dat was voor de investeerders een belangrijke reden om overstag te gaan.”
Voor kunstenaarscollectief Karmanoia gold volgens Van Gorp dat ze met hun “kont in de boter” zijn gevallen: Peristal Singum was qua beschikbare middelen en vierkante meters van een ander kaliber dan het project in Tilburg: “Wat ze in Berlijn hadden gedaan was semi-professioneel.” Ook de locatie wist de kritische kunstenaarsgroep te bekoren: “Het is natuurlijk een heel neutraal gebouw, het postkantoor. Je zou het ook in een kerk kunnen maken, maar dat is meteen zo'n stempel.” De groepsleden van Karmanoia verbleven uiteindelijk anderhalf jaar in Tilburg om hun kunstwerk te voltooien.
De durf van Tilburg
Dat Doloris in Tilburg is gerealiseerd is een samenloop van omstandigheden: “Tilburg is een stad die heel erg opkomend is, zeker hier in de binnenstad leeft sterk het idee: oké, hier gaat het de komende jaren gebeuren. Doloris is een bijzonder project... het is niet voor niks dat het zo lang heeft geduurd. Tilburg was er eigenlijk nog niet klaar voor. Andere steden waar ik een flirt mee heb gehad, die vonden het een heel gaaf project maar die wilden er zelf niet in investeren. Tilburg wilde dat wel, en voor Tilburg is de tijd nu ook gewoon rijp. Er gebeurt nu veel tegelijk, de stad pakt echt uit. Er zijn nu drie grote projecten dit jaar in Tilburg die openen, en die deze plek opeens op de kaart zetten. Dat zijn de LocHal – de nieuwe bibliotheek –, het Spoorpark dat straks opengaat en ook, zonder arrogant te willen zijn, Doloris, waar cultuur, vrije tijd en horeca bij elkaar komen.”
De LocHal, volgens NRC Handelsblad het 'Centre Pompidou van Tilburg', won vele prijzen, en werd genomineerd voor 'Beste Bibliotheek ter Wereld'.
Daarmee is Doloris een exponent van wat trendwatcher Hans van Leeuwen in een recent
interview met de Nationale Recreatiegids een 'clusterbedrijf' noemde: een onderneming waarbij meerdere activiteiten, minimaal drie à vier, bij elkaar gezet zijn, inclusief een goed horecaconcept. Hierbij geldt: hoe meer er geclusterd wordt, hoe groter de kans op succes. En dat lijkt met de onderneming van Van Gorp wel goed te zitten. Want Doloris is niet alleen een kunstattractie, het is ook een plek waar gegeten en gedronken kan worden: in het bovenste gedeelte van het voormalige postkantoor is een restaurant met rooftopbar gevestigd. Verder is er in het middengedeelte van het gebouw ruimte om evenementen te organiseren, en zit beneden bij de entree een cadeauwinkel.
Souvenirs
Bij laatstgenoemde zijn niet alleen de meer klassiekere souvenirs zoals T-shirts en tasjes te vinden, maar ook borden en behang: “We hebben heel veel tijd geïnvesteerd in het maken van een heel mooie, en heel passende identiteit rondom Doloris, en dat zie je ook terug in de giftshop. Omdat we zo centraal zitten en veel passanten hebben, hebben we ook een heel breed assortiment aan artikelen ontwikkeld, dat gaat nog veel breder, want er zijn nog veel wegen die we daarin willen gaan verkennen. Dat is eigenlijk een start die je nu hebt gezien, en er zitten ook wel producten tussen die we waarschijnlijk ook redelijk snel weer eruit gaan doen.”
De giftshop op de begane grond.
Nog één keer terug naar het surrealistische doolhof, want waarom is er eigenlijk voor de naam ‘Doloris’ gekozen? “Dolores is een naam die in de literatuur heel vaak wordt gebruikt voor een mysterieus karakter. Ook in twee tv-series van nu zit een Dolores: West World en The Umbrella Academy. Daarnaast betekent doloris, geschreven met -is op het einde, 'pijn' in het Latijn, wat een gevoel vertegenwoordigt en is het de benaming voor een liefdevol, zorgzaam mens in het Engels. Al die dingen bij elkaar maakte het voor ons de perfecte naam.”
Zodra het af is, verder kijken
Voor de toekomst hoopt Van Gorp dat er iemand komt die de uitvoerende kant van het project gaat doen: “Ik ben veel beter in het samenbrengen van mensen, het zien van kansen, en kijken of er partijen voor te vinden zijn die willen meehelpen het waar te maken. Dat is waar ik het meeste plezier uithaal. Ik word gelukkig van al die mensen die ik het doolhof uit zie lopen en die ik zie genieten van het uitzicht van de rooftop. Die beleving verder perfectioneren heeft nu de prioriteit. Zodra dat af is, zouden we dit op meer plekken kunnen ontwikkelen.”
Het dakterras van Doloris, goed voor vergezichten.
Doloris kan bezocht worden door iedereen die ouder is dan twaalf jaar, en fysiek in staat is te klimmen, klauteren en kruipen. Trek kleding aan waarin je goed kunt bewegen, liefst niet al te chic. Mensen die zware claustrofobie hebben wordt afgeraden de attractie in te gaan. Het doolhof en de rooftop zijn van woensdag tot en met zondag geopend. Zie voor de exacte openingstijden en het boeken van een tijdslot, de website van Doloris. De rooftopbar is ook te bezoeken voor wie niet naar het doolhof gaat.
© Nationale Recreatiegids