Celstraffen geëist voor cybercriminelen die vanuit vakantieparken opereerden

De groep werkte vanuit een vakantiehuis op een recreatiepark in Gasselternijveen. De zaak kwam aan het licht dankzij de echtgenote van een politieagent die eveneens op het park verbleef. Toen de politie een inval deed, troffen agenten een professioneel ingericht callcenter aan met vier laptops en dertien telefoons.
Slachtoffers, veelal ouderen, werden telefonisch benaderd door een zogenaamde bankmedewerker die beweerde dat hun bankrekening werd misbruikt. De gesprekken duurden uren, terwijl het spaargeld van de slachtoffers in gedeelten werd overgemaakt naar rekeningen van geldezels – vaak kwetsbare of verslaafde personen die hun bankrekening beschikbaar stelden voor een vergoeding.
Meer bewijsmateriaal, maar geen berouw
Bij een huiszoeking in Leeuwarden, waar drie van de verdachten een woning deelden, vond de politie honderd simkaarten, illegale software en extra telefoons. De verdachten toonden volgens het OM geen berouw en zwegen tijdens verhoren. Tijdens de rechtszaak gaven ze volgens de aanklager ontwijkende antwoorden.
De fraudeurs waren mogelijk al eerder actief op andere vakantieparken in Emmen, Orvelte en Appelscha. Omdat sommige laptops waren beveiligd of vernietigd en de politie beperkte onderzoekscapaciteit had, is niet duidelijk hoeveel slachtoffers er in totaal zijn.
Ook fraude vanuit Groningen
Naast de fraude op de vakantieparken wordt de 23-jarige verdachte uit Groningen ook vervolgd voor een soortgelijke zaak in zijn eigen stad. Daar werkte hij samen met een 30-jarige man uit Assen, waarbij ze twee kwetsbare jongeren als geldezels inzetten. Toen deze jongeren niet meer mee wilden werken, werden ze bedreigd, waarop ze naar de politie stapten.
Strafeisen en uitspraak
Het OM eist de volgende straffen:
- Vijf jaar cel voor de Groninger
- Vijf jaar cel voor een 26-jarige verdachte
- Vier jaar en viereneenhalf jaar cel voor de twee andere verdachten
- Vijftien maanden cel voor de 30-jarige Assenaar vanwege bedreiging en betrokkenheid
De rechter doet op 18 april uitspraak.