Alle genoemde winnaars hadden vrijwel zonder uitzondering de grote filmprijzen in aanloop naar de Oscars, zoals de Bafta's en de Golden Globes, in de wacht gesleept.

Adele won voor haar nummer Skyfall voor de gelijknamige Bondfilm. Ook haar winst was te verwachten, maar in elk geval noemenswaardig omdat de Britse zangeres voor hetzelfde nummer al de Golden Globe en de Bafta won, wat in de muziekwereld erg zeldzaam is.

Het Oostenrijkse drama Amour won in de categorie beste niet-Engelstalige film. Quentin Tarantino won de Oscar voor beste originele scenario voor zijn western Django Unchained.

De film met de meeste Oscars was Life of Pi, dat viermaal in de prijzen viel, waaronder Ang Lee voor beste regie. Argo en Les Misérables volgden met elk drie Oscars, Django Unchained en Lincoln volgden met ieder twee.

Dat Brave de Oscar voor beste lange animatiefilm won, was wel een verrassing. Tot nu toe had Wreck-it Ralph de belangrijkste prijzen in de animatiewereld gewonnen, zoals vijf Annie Awards waaronder die voor beste film.

Ook de winnaar in de categorie sound editing was niet voorspelbaar. Tot hoorbaar ongenoegen van alle aanwezigen bleek de stemming te zijn uitgemond in een gelijkspel, zodat zowel Skyfall als het oorlogsdrama Zero Dark Thirty er met een Oscar vandoor gingen.

Seth MacFarlane, vooral bekend als bedenker van de animatieserie Family Guy, nam dit jaar voor het eerst de presentatie op zich. Hij gaf de avond een humoristisch tintje met enkele muzikale optredens en gewaagde grappen.

De Oscars werden zondagnacht voor de 85e keer uitgereikt vanuit Los Angeles. Als vanouds werd de ceremonie gehouden in het Dolby Theatre, voorheen het Kodak Theatre.