Dimitri Barbe van Het Zeeuwse Landschap vertelt dat het grootste deel van het verbrande bos bestond uit fijnsparren die al waren aangetast door de letterzetter, een kever die onder de schors leeft en de bomen verzwakt. Het gebied zou sowieso heringericht worden met jonge eiken, maar die aanplant is nu verloren gegaan.

Desondanks is Barbe hoopvol. De bodem kan zich volgens hem vanzelf herstellen. In de komende periode zullen ecologen onderzoeken welke herstelmaatregelen nodig zijn. Ondertussen verwacht men dat de natuurlijke begroeiing weer op gang komt, en mogelijk krijgen paddenstoelen nu de kans om zich te ontwikkelen.

Indrukwekkende inzet van brandweer

Niet ver van het verbrande gebied staan enkele woningen. Bewoners kwamen kijken naar de schade en toonden zich geschokt door het kale, zwarte landschap. Ze waren onder de indruk van de inzet van de brandweer, die met moeite wist te voorkomen dat de brand zich verder verspreidde.

In totaal werden er zo’n 22 blusvoertuigen ingezet en werkten tachtig brandweerlieden uit zowel Nederland als België samen om de brand onder controle te krijgen. Jeroen Meijering van Veiligheidsregio Zeeland legt uit dat in grensgebieden de samenwerking tussen Belgische en Nederlandse brandweerteams uitstekend verloopt. "De nationaliteit doet er niet toe, het gaat om het blussen van het vuur."

Nasmeulend gevaar blijft aanwezig

De brandweer is ook vandaag nog in het gebied aanwezig om te controleren op smeulende resten. Samen met Landschapsbeheer Zeeland wordt het terrein gecontroleerd op rookpluimpjes die kunnen ontstaan uit schors of uit de humuslaag. Als er iets wordt gevonden, wordt dat meteen aangepakt om heropflakkering te voorkomen. "We willen niet over een paar dagen opnieuw moeten uitrukken," aldus Meijering.

Ondanks de schade biedt de situatie dus ook ruimte voor herstel – en mogelijk zelfs nieuwe groei.