Uniek experiment in Boschoord: oude zaaitechniek herleeft in strijd voor toekomstbestendige bossen
Deze zaaitechniek, die in Nederland decennialang niet meer op deze schaal is toegepast, maakt onderdeel uit van een bredere aanpak om zogenaamde ‘toekomstbestendige bossen’ te ontwikkelen. Boschoord is één van de drie plekken in Nederland waar zulke projecten momenteel lopen.
Terug naar de basis in een pioniersgebied
Het project wordt uitgevoerd door de Maatschappij van Weldadigheid, die zo’n 1300 hectare aan bosrijk terrein beheert. De locatie is niet toevallig gekozen; het gebied heeft een lange geschiedenis van pionierswerk, wat perfect aansluit bij de vernieuwende benadering van bosbeheer die hier wordt getest.
Volgens de beheerders wordt er volop nagedacht over welke aanpak het beste past bij een toekomstig klimaat. Hoewel het lastig blijft te voorspellen of het in Nederland over twintig jaar warmer of juist koeler zal zijn, is men het erover eens dat diversiteit in boomsoorten essentieel is. Monoculturen, met slechts één boomsoort per gebied, blijken namelijk kwetsbaar voor ziekten, plagen en bodemverarming.
Lessen uit het verleden en inspiratie uit Duitsland
Een belangrijke motivatie om bomen op locatie te zaaien in plaats van aan te planten, is de verwachting dat bomen die vanaf het begin op de plek groeien beter wortelen en dus weerbaarder zijn. Bij traditionele aanplant komen bomen vaak uit kwekerijen waar ze onder ideale omstandigheden zijn gegroeid. Eenmaal geplant op de vaak droge zandgronden, hebben deze bomen het moeilijk en sterven ze sneller af.
Voor het project is gekeken naar voorbeelden uit Duitsland, waar bosbeheer volgens de initiatiefnemers op een hoger niveau ligt. Daar is zaaien een gebruikelijke techniek, en uit dat land komt ook de speciale zaaimachine die nu in Boschoord wordt gebruikt.
Experiment op twee hectare bosgrond
Op een terrein van ongeveer twee hectare wordt een grote verscheidenheid aan boomzaden gezaaid. Er worden onder meer 200 kilo eikels per hectare verspreid en een kilo zaad van de thuja, goed voor zo’n 70.000 zaden. Vanwege de aanwezigheid van bosdieren zoals reeën en muizen, is het gebied deels afgezet om het verlies van zaailingen te beperken. Verwacht wordt dat minstens de helft van de zaden het niet zal overleven.
Om het effect van de verschillende boomsoorten en omstandigheden te monitoren, worden gegevens zorgvuldig bijgehouden. Zo wordt onder andere gekeken naar welke soorten het snelst groeien en onder welke omstandigheden ze het beste gedijen.
Geduld vereist
Het succes van deze aanpak zal niet op korte termijn zichtbaar zijn. De betrokken bosbeheerders houden rekening met een periode van tien tot vijftien jaar voordat er echt conclusies kunnen worden getrokken over de effectiviteit van het zaaien op locatie. Maar de hoop is dat deze terugkeer naar oude technieken een nieuw hoofdstuk kan inluiden in het duurzaam beheren van bossen in Nederland.